Hoewel er geen stichtingsoorkonde van het klooster bewaard is gebleven, mag worden aangenomen dat vanaf het jaar 1428
delen van het Bolwerkterrein in gebruik genomen worden door het klooster van Sinte Marie, ook bekend als 'de Nonnen
op de Gouwe'.
De gebouwen die wat betreft afmetingen tot de oudste kloosterfase behoord kunnen hebben, zijn de
gebouwen 1 en 2 aan de Gouwe en 14 aan de zuidzijde van het onderzoeksterrein. De eerste fase van het klooster
werd in 1438 afgesloten door de stadsbrand, waarvan tijdens de opgraving diverse brandlagen zijn aangesneden.
Na de stadbrand werd het klooster vermoedelijk ruimer opgezet rond een binnentuin of hof.
De kapel langs het
Nonnenwater is niet opgegraven. Van het ziekenhuis, gebouw 2 achter de bebouwing langs de Gouwe, maar ook van de
keuken en de refter (gebouw 9 en 10) zijn wel delen opgegraven.
Van de grote gebouwen langs Turfsingel en
Lazarussteeg (slaapvertrekken) zijn bij de opgraving in 1995 al delen teruggevonden.
|
|