ARCHEOLOGISCHE VERENIGING GOLDA |
de vereniging werkgroepen projecten publicaties exposities de geschiedenis van Gouda interessante links Vragen of opmerkingen?archgolda@hetnet.nl |
Kloosters in middeleeuws Gouda (2)Leven in een kloosterHet leven in een klooster werd gekenmerkt door structuur, gebed, bezinning en arbeid. Naar de regel van Benedictus telde een dag acht kerkdiensten, waarvan de eerste om 2 uur 's nachts en de laatste om 8 uur 's avonds. Het werk van de kloosterlingen verschilde per orde. Sommige kloosters hadden een voornamelijk religieuze taakstelling, anderen hielden zich bezig met handwerk, het schrijven van boeken of maatschappelijke taken zoals armenzorg, ziekenzorg en onderwijs. Het kloosterleven was sober en eenvoudig. Door de gelofte van armoede, die de kloosterlingen aflegden, leefden de monniken met alleen het hoogst noodzakelijke en was persoonlijk bezit verboden.
MonnikenwerkDe term monnikenwerk staat voor iets dat met eindeloos veel geduld tot stand komt. Dat was letterlijk het geval bij de productie van een handgeschreven boek in de middeleeuwen: minstens een half jaar werk en voor de vellen perkament ook nog een kudde schapen! De regulieren van Stein, de Collatiebroeders en de zusters van het Margarethaconvent hebben veel bijbels met de hand geschreven en verlucht. Zowel voor eigen gebruik als in opdracht. Na de komst van de boekdrukkunst (in Gouda in 1477) neemt de waardering voor het handgeschreven boek met miniaturen nog toe en wordt het bezit ervan een statussymbool. Het gedrukte boek kende nog een voorloper: de blokdruk, waarbij voor elke bladzijde een houtsnede werd gemaakt. Die techniek werd al toegepast vanaf 1000.
Mariaklooster, 'St. Marie op de Gouwe'Het Mariaklooster werd een van de rijkste kloosters van de stad. De vrouwenkloosters verdienden onder andere geld met weven en bijvoorbeeld verzorging van zieken. Ook uit beleggingen in land- en huisrenten kregen ze jaarlijks vaste bedragen. Als laatste waren er de schenkingen en giften, waarvoor de zusters een memorie-mis lazen of zongen voor de zieleheil van een overledene. De inkomsten van de kloosters waren vaak vrijgesteld van belasting, maar in de zestiende eeuw werden de kloosters zo rijk dat ze mee moesten betalen aan de landelijke belastingen.
Goudsbloemen in de waterputArcheologisch onderzoek naar een deel van het klooster van St. Marie op het Bolwerk heeft in 1995 al enkele interessante resultaten opgeleverd. Zo werd een stenen (brood?)oven aangetroffen, die mogelijk bij het klooster heeft behoord. Uit een waterput van het Mariaklooster werden plantenresten onderzocht, waarbij met name de vondst van Goudsbloem bijzonder is. Goudsbloem is een plant die binnen de christelijke traditie is gewijd aan Maria en in de geneeskunst werd dit kruid met de latijnse naam "Calendula" gebruikt voor vele aandoeningen. Samen met onder andere dille, biet, zwarte mosterd en kamille stonden de goudsbloemen vermoedelijk in de kruidentuin van het Mariaklooster. Ook aten de zusters veel fruit: zaden van appels, pruimen, bessen, bramen, druiven, vijgen en hazelnoot zijn teruggevonden in de waterput.
|