|
4. Een ontwikkelend verdedigingssysteem De aanleg van een
omsluitend verdedigingssysteem in de 14e eeuw was nog niet het einde
van het verhaal. Technologische ontwikkelingen in de oorlogsvoering,
zoals haakbussen met gietijzeren kogels die metselwerk kapot schoten en
in de 16e eeuw het kanon, vereisten nieuwe oplossingen voor de
stadsverdediging. Zo kwamen aarden wallen in de plaats van stenen muren
of werden de muren van buiten aangeaard. In 1575, aan het begin
van de tachtigjarige oorlog, komen nieuwe bolwerken vóór de
Potterspoort, de Tiendewegspoort en de Rotterdamse poort in de vorm van
aarden bastion met een lindebladvorm en gemetselde kanten. Deze staan
weergegeven op de kaart van Braun & Hogenberg uit 1585 met nog een
vierde bastion op de plaats van het in 1577 afgebroken Kasteel. Die
vroege bastionvorm werd in ons land geïntroduceerd door Italiaanse
ingenieurs en is meteen ook de laatste grote vernieuwing die in Gouda
is gerealiseerd.
|
|
|
|
Het Goudse Schuttersgilde Voor de verdediging van de stad werden
tegelijk met de nieuwe stadsomwalling schuttersgilden opgericht, die
bestaan hebben van 1359 tot 1795. In de 16e eeuw waren er in Gouda vier
vaandels, elke wijk een eigen kleur: rood, wit, blauw en oranje. De
schutters waren vrijwilligers maar werden wel opgeleid en oefenden op
verschillende schietbanen achter de stadsvesten: De Oude Doelen bij de
Doelenstraat / Baan, later achter de Stadsdoelen aan de Lange Tiendeweg
en de Kloveniersdoelen bij de Vlamingstraat / Vest. De
officieren werden benoemd door het stadsbestuur. Drie op de honderd
poorters waren schutter, maar voor alle taken zoals wachtlopen op de
muren, ordehandhaving, brandweer en toezicht op de grachten werden alle
poorters verantwoordelijk gesteld met de zogenaamde waakplicht.
Algemene waakplicht was er alleen in tijden van gevaar en in rustiger
tijden werden ouderen en vrouwen vrijgesteld. Wie niet kon wachtlopen
moest ter compensatie waakgeld betalen. |
|
Interieur Doelen
| I |
Schuttersstuk Ferdinand Bol
|
|
|