|
6.
Dijkspoort of Rotterdamse poort
In 1991 werd door Golda in
samenwerking met de Rijksdienst voor het Oudheid-kundig
Bodemonderzoek de opgraving van de Rotterdamse poort uitgevoerd. Omdat
de funderingen van de poort nog helemaal intact bleken te zijn,
ontstond het plan om de poort zichtbaar te maken voor het publiek door
de restanten een stukje bovengronds op te metselen.
Dit idee werd
uitgebreid tot delen van de andere poorten en muren langs de
Hollandsche IJssel. Het plan werd uitgewerkt in het Golda-rapport 'Van
Mallegat tot Hanepraai' en de gemeente Gouda heeft daarna in 2004 de
poort 'geconsolideerd' als onderdeel van de historische wandelroute
'Veerstal en Bogen'.
Ook de resten van de Tolpoort, Pieter Hugestoren
(ronde muurtoren) en de Veerstalpoort zijn een stukje opgemetseld of in
het plaveisel aangegeven.
-
|
|
Golda graaft de fundamenten op. |
Rotterdamse Poort |
Bewoonde torens en een herberg buiten de muren
Stadswachten maakten
gebruik van de muurtorens tijdens de wacht, maar ook werden er enkele
bewoond. De poorten en torens kregen hierdoor persoonlijke namen als
Hughe Ockerszoonpoort en Pieter Hugestoren, de laatste werd door de
stadswachten de Koude toren genoemd.
Wie de stad wilde bezoeken,
maar 's avonds te laat aan de poort kwam, moest overnachten in de
Stadsherberg aan de Gouwe buiten de Potterspoort.
|
|
Komt de vijand?
Bange tijden zijn er ook geweest. Eerst tijdens de
opstand tegen de Spanjaarden. Toen men in 1575 in Gouda hoorde dat
Oudewater werd uitgemoord, sloeg de paniek toe. De Haastrechtse brug
werd verwijderd. De molens buiten de stad werden afgebroken en
opgebouwd binnen de muren. Ook de Leprozen verhuisden naar het Bolwerk.
In
1672 waren de Gouwenaars opnieuw bevreesd, nu voor de komst van de
Fransen. In allerijl werd de bebouwing buiten de muren gesloopt, niets
uitgezonderd. De Fransen kwamen niet en de huizen werden weer opgebouwd.
|
|
|