logo

ARCHEOLOGISCHE VERENIGING GOLDA

tegel


de vereniging
werkgroepen
projecten
publicaties
exposities

de geschiedenis van Gouda

interessante links

Vragen of opmerkingen?

archgolda@hetnet.nl







De skeletten van de Vijverstraat

Diederick Habermehl

Enige tijd geleden werden er op maandagavond bij Golda enkele boodschappentassen afgeleverd. In plaats van de dagelijkse benodigdheden waren deze tassen echter gevuld met menselijke resten. Voordat men zich een waar bloedbad inbeeldt, moet ik opmerken dat het slechts droge botten betrof, welke al enkele jaren geleden bij werkzaamheden bij Vijverstraat 10 aan het licht gekomen. Op deze locatie stond tot 1576 het Minderbroederklooster.

Kaart

De kaart van Blaeu met daarop de locatie Vijverstraat aangegeven (witte pijl). De Hoefsteeg is overigens gelegen juist ten noorden van de aangegeven locatie.

Het aangetroffen botmateriaal is vrij divers en lijkt tot verschillende individuen te hebben behoord. Er kon geen in enige mate compleet skelet worden gereconstrueerd. Hieronder wordt dus kort aandacht besteed aan enkele interessante losse botelementen. Wat kun je nu eigenlijk met die 'vieze' botten?

Broeder of zuster?

Boven kwam het Minderbroederklooster al even ter sprake. Het ligt dus in de lijn der verwachting dat we met broeders te maken hebben, waarvan de stoffelijke resten in of om het klooster zijn begraven. Mannen dus. Maar hoe bepalen we het geslacht, wanneer we alleen nog een skelet ter beschikking hebben?

Globaal bestaan er twee methoden om het geslacht van een skelet te bepalen; op basis van de schedel en op basis van het bekken. Fysisch antropologen, die onder meer onderzoek doen naar menselijk botmateriaal, geven de verschillende karakteristieken van deze botten scores van –2 tot +2, dat staat voor respectievelijk heel vrouwelijk en heel mannelijk. Wanneer mogelijk worden alle kenmerken van zowel schedel als bekken 'gescoord', om op die manier het geslacht van het individu te kunnen 'berekenen'. Globaal bekeken heeft de man een robuuster bottengestel met steviger aangezette spieraanhechtingen. Bij het botmateriaal uit de Vijverstraat bevindt zich een compleet bekken, die voor een globale geslachtsbepaling gebruikt kan worden.

bekken tekening bekken

Op de foto zien we de helft van een bekken (Pelvis in het latijn). De komvormige holte rechts is het punt waar het dijbeen in het bekken draait. Links van deze kom zien we een soort inkeping in het bekken, die ook wel wordt aangeduid met de Latijnse term incisura ischiadica major. Deze incisura is een van de belangrijke kenmerken op basis waarvan het geslacht kan worden vastgesteld. Op de tekening naast de foto zien we een schematische weergave van een vrouwelijk (links) en een mannelijk (rechts) bekken. We zien dat de incisura bij het vrouwelijk bekken aanzienlijk wijder is. De algehele indruk is dat het vrouwelijk bekken lager en breder is dan de mannelijke. Eén en ander heeft natuurlijk te maken met het feit dat de vrouw een kind moet kunnen baren.

Wanneer we dan het bekken uit de Vijverstraat bestuderen blijkt dat deze mannelijke kenmerken vertoont. Het is dan ook waarschijnlijk dat het hier inderdaad één van de Minderbroeders betreft.

onderkaak

Monniken met rug- en kiespijn

Bij het onderzoek naar middeleeuwse skeletten kan men zich vaak (onaangenaam) verbazen over de lichamelijke staat, waarin deze mensen verkeerden. Vooral de rug en het gebit vertonen veelal grote slijtage. Op één van de onderkaken (mandibulae) uit de Vijverstraat zien we hoever slijtage de tanden heeft aangetast. Sommige kiezen zijn met recht stompjes te noemen. Deze sterke slijtage houdt zeer waarschijnlijk verband met het voedsel, dat destijds, vooral voor de minder bedeelden, veel grover en zanderiger was dan tegenwoordig. Verder zien we dat enkele kiezen niet meer in de kaak aanwezig zijn. De tandkassen zijn op die plekken volledig afgebroken, iets dat het lichaam automatisch doet bij tandverlies. De kiezen zijn dus al tijdens het leven uitgevallen of getrokken.

wervel

Menselijke wervel met enkele slijtage- of overbelastingsverschijnselen.

De rug is bijzonder gevoelig voor overbelasting door zwaar werk. Ook tegenwoordig wordt nog menigeen geconfronteerd met herniaverschijnselen. Deze aandoening heeft alles te maken met de kraakbeenschijf (discus), welke tussen de wervels aanwezig zijn. Bij overbelasting kunnen deze schijven uitzetten, vervormen of uitstulpen (herniëren). Op den duur heeft dit ook gevolgen voor het bot van de wervels, dat reageert op de veranderde situatie. Op de foto zien we kleine depressies in het wervellichaam. Deze zijn het gevolg van een fenomeen dat wel wordt aangeduid als Schmorlse Noduli, waarbij de wervelschijf een soort uitstulpingen vormt als gevolg van aangeboren rugproblemen of overbelasting. Daarnaast zien we ook op de rand van de wervel (op de foto de onderste, deels afgebroken rand) een lichte botreactie, die ook veroorzaakt zal zijn door uitstulping van de wervelschijf. Deze persoon hield zich dus bezig met lichamelijk belastende werkzaamheden of had gewoon een slechte rug.

Top