Een koperen plaatje uit 1728
Pieter Mensert
Zoals bekend is de onderdoorgang tussen de gracht van Achter de Kerk en de Oosthaven
in 2008 drooggelegd voor grootonderhoud. Aan de westzijde van de keersluis in de gracht is toen een
dam aangebracht voor de restauratie van de keersluis. De restauratie van de keersluis heeft
plaatsgevonden vanaf juni 2008.
Eind december en begin januari kon Golda de kade en de
bodem van de gracht onderzoeken. Er zijn veel leuke vondsten gedaan. Op zaterdag 17
januari vindt Severt van der Stad een koperplaatje, dat een grootte heeft van 76 bij 51 mm,
in werkput 5 of 6. De locatie is onder het balkon van de panden van de Dubbele Buurt
nummer 5 en 7. De werkput lag tegen de kade van Achter de Kerk.
Het plaatje heeft twee spijkergaten en het was gevouwen geweest. De vondst werd
gewassen en er kwam een hele mooie tekening te voorschijn, die zeker door een ervaren
graveur is aangebracht. Aan de ene kant was er een roofvogel op een boomtak
aangebracht. De tekening was door een ervaren graveur aangebracht. Twee keer waren de
letters PDH als drukletters afgebeeld. Deze letters passen niet bij het plaatje en zijn
waarschijnlijk veel later toegevoegd. Er is een stuk van het plaatje afgeknipt, daar er nog
maar aan drie zijden een kantlijn aanwezig is.
Aan de andere kant zien we de naam Justus
de Heer staan vergezeld van allerlei versieringen. Rechts bovenin staat het woord Anno en
onder de naam Justus van Heer het jaartal 1728. Er zitten twee spijkergaten in. Er zijn twee
spijkers met een vierkante doorsnede gebruikt om het koperplaatje ergens aan te
bevestigen. De stijl van graveren is uit de periode Barok/Lodewijk XIV, namelijk 1700 tot 1720.
Om te achterhalen waar het plaatje voor gediend kon hebben, ben ik op onderzoek
uitgegaan. Ik ben op een ochtend naar Ewoud Mijnlieff, conservator bij MuseumgoudA,
gegaan. Hij vond het een interessant plaatje, zelfs intrigerend. Hij had het idee dat hij de
afbeelding eerder gezien heeft maar waar? Hij zou literatuuronderzoek gaan doen. Daarna
heeft de heer Tompot, koster van de St Janskerk, zijn licht er over geworpen en hij dacht dat
het een plaatje van een graf is geweest. Ook mevr. H.A.van Dolder-de Wit, oud-archivaris
van de Nederlandse Hervormde Kerk te Gouda, dacht aan een grafplaatje.
Toen bleef er nog over om een groot archief onderzoek op te starten. Via internet zijn er al
verschillende mensen met de naam Justus de Heer te vinden, maar je kan er niets mee. Ik
ben naar het Streekarchief Midden-Holland te Gouda gegaan en heb allerlei registers
doorgewerkt zoals doop- en trouwboeken van diverse kerken, gaardersregister van
begraven, repertorium van Matthijs en nog vele andere soorten belastingregisters.
Het
resultaat is dat ik twee personen met de naam Justus de Heer gevonden heb. Beiden hebben in 1728 geleefd. Er was
één naam die aan de initialen PDH voldeed en dat was Petrus de Heer (1714-1782), mogelijk
was deze Petrus de graveur van het plaatje. Zijn vader heette Justus de Heer (-1760).
Er is ook
een neef van Petrus die Justus heette. Ik ga er vanuit dat Petrus de naam van zijn vader in
het koperplaatje graveerde en niet die van zijn neef. Wie was de ervaren graveur van de
andere kant van het plaatje? Het blijkt dat een broer van Justus beeldhouwer was. Ook de
grootvader van Petrus was beeldsnijder en die heette Jaques of Jacobus de Heer.
Het pand Kleiweg 12.
Nu nog wat achtergrond informatie over de bovengenoemde personen. Petrus´ vader
woonde op de Kleiweg nummer 12 (rechter gedeelte), het huis staat in de rij huizen tussen St
Anthoniestraat en de Nieuwstraat. In de 19de/20ste eeuw zijn twee huizen tot één geheel
gevoegd die we kennen als Kleiweg 12. Vandaag is het nog steeds te zien dat de
modewinkel, die er nu in gevestigd is, oorspronkelijk uit twee panden bestaan heeft.
Het pand was vanaf 1 juli 1689 eigendom van zijn schoonvader Jan Jans Keppel. Jan Keppel
kocht op 26 februari 1689 een graf in de St Janskerk.
Justus gaat werken bij Jan Jansz van Keppel, bakker op de Kleiweg. Hij trouwt met het enige
kind Esther Jans van Keppelen op 29 september 1699 voor het gerecht te Gouda. Na het
overlijden van zijn schoonmoeder op 24 april 1701 erfde Justus het graf in de St. Janskerk te
Gouda op 29 augustus 1718. Waarschijnlijk is in 1728 het koperen plaatje aan het graf
vastgespijkerd.
Hester van Keppelen, huisvrouw van Justus de Heer en de moeder van Petrus, is op 30
augustus 1755 begraven in de St Janskerk en Justus is begraven op 16 juli 1760. In december
1760 is het pand verkocht. Het beroep van Justus en van zijn schoonvader was bakker.
Er is ook een neef Justus de Heer geweest, hij was een zoon van zijn oom Job de Heer. Justus
is gedoopt op 27 juni 1705 te Gouda en begraven op 27 juni 1733 te Gouda.
Hij trouwt met Margaret Verzijl op 20 januari 1726 voor het gerecht te Gouda.
Margrietje Verzijl is begraven op 21 november 1741 te Gouda. Zij woonden op de Hoge
Gouwe 161, hoekhuis met Nonnenwater. Zijn schoonvader Maarten Frans Verzijl kocht het
huis op 3 januari 1708. Op 21 juli 1713 bezit Justus de Heer het pand. Zijn beroep was
kruidenier.
In het archief van het kerkbestuur van de statie (parochie) St. Jan Baptist is er een
vorderingen op een onderhandse akte van transport door Justus de Heer en Cornelia de
Katte, weduwe van Job de Heer, van drie vierdeparten in een obligatie van ƒ 3000,- ten laste
van de Staten-Generaal, 1731; met retroactum, 1726.
Volgens de Personele quotisatie van 1742 woonde op dat adres Justus de Heer, chirurgijn en
kruidenier. Waarschijnlijk is deze Justus een zoon van Justus, die in 1733 overleden is. Verder is
van deze Justus niets te vinden.
Daarnaast is er een Job, een oom van Petrus, die een broer van zijn vader Justus is.
Deze Job woonde op de Lage Gouwe en zijn beroep is beeldhouwer. De grootvader van
Petrus, die Jaques of Jacobus heette, woonde op de Westhaven en zijn beroep is
beeldsnijder. Dus als Petrus graveur is geweest, dan viel de appel niet ver van de boom.
Jaques de Heer werd poorter van Gouda op 8 juni 1665 en kocht op 13 mei 1669 Westhaven
67/68. Zijn zoon Justus de Heer verkocht het pand op 20 juli 1708. Op 20 maart 1723 werd
Amilia de Meijer, weduwe van Jacob de Heer, begraven.
Op 5 december 1710 koopt Job de Heer Lage Gouwe 116/114. Op 3 april 1721 wordt hij
begraven. In 1725 krijgt Cornelis de Heer het in zijn bezit en in 1750 wordt het pand verkocht.
Cornelis is waarschijnlijk een zoon van Jaques.
Conclusie
De naam van Justus de Heer kunnen we toeschrijven aan de vader van Petrus de Heer.
Justus was de enige in de familie die een graf bezat.
De tekening is prachtig gegraveerd, maar de initialen PDH lijken mij minder prachtig. Het zijn
latere toevoegingen. Misschien heeft Petrus de Heer in 1728 zelf de initialen en het jaartal
toegevoegd.
Misschien is het plaatje gegraveerd door zijn opa Jacobus of door zijn oom Job.
Dat moet voor 1720 geweest zijn, daar Job in 1721 overleden is. De stijl van het graveren is
van voor 1725. Wie zal het zeggen.
Het beroep van Petrus is tot nu toe nergens gevonden. Hij
is vlak voor zijn trouwen naar Rotterdam verhuisd en is daar overleden in 1782.
Verkorte stamboom van geslacht
De Heer Jacob huwt met Emilia de Meijer.
Hij werd poorter van Gouda op 8 juni 1665.
Amilia de Meijer, weduwe van Jacob de Heer, is begraven op 20 maart 1723 in de St
Janskerk te Gouda.
Kinderen:o.a. Job, zie 1, Justus, zie 2
1. Job trouwt met Cornelia de Catte op 24 maart 1697 voor het gerecht te Gouda
Kinderen: o.a.
2. Justus is gedoopt op 27 juni 1705 in statie de Tol te Gouda, zie 1.2
1.2. Justus is gedoopt op 27 juni 1705 in statie de Tol te Gouda en begraven op 27 juni 1733 te
Gouda.
Doopgetuige is Maria de Meijer.
Hij trouwt met Margaret Verzijl op 20 januari 1726 voor het gerecht te Gouda. Margrietje
Verzijl is begraven op 21 november 1741 te Gouda.
2. Justus trouwt met Esther Jans van Keppelen op 29 september 1699 voor het gerecht te
Gouda. De ondertrouw was op 13 juli 1699.
Hij is begraven op 16 juli 1760 te Gouda. Zij is gedoopt op 5 juli 1683 te Gouda en begraven
op 30 augustus 1755 te Gouda.
Zij is een dochter van Jan Jansz van Keppelen en Maria Pieters Verstael.
Kinderen: o.a.
7. Petrus is gedoopt op 30 oktober 1714 in statie Jan Baptist te Gouda, zie 2.7
2.7. Petrus is gedoopt op 30 oktober 1714 in statie Jan Baptist te Gouda en begraven op 8
mei 1782 te Rotterdam.
Doopgetuige is Christina Swaenenvelt.
Hij trouwt met Johanna Franken op 17 juni 1736 te Rotterdam (stadstrouw). De ondertrouw
was op 2 juni 1736 te Rotterdam.
Zij is gedoopt op 3 december 1714 te Rotterdam, overleden op 13 februari 1808 te Rotterdam
en begraven op 16 februari 1808 te Rotterdam. Zij is een dochter van Gerrit Franken en
Johanna Heijndrikx
Kinderen: o.a.
5. Justus is geboren op 30 januari 1743 te Rotterdam, zie 2.7.5
2.7.5. Justus is geboren op 30 januari 1743 te Rotterdam en overleden op 16 februari 1826 te
Rotterdam.
Doopgetuige is Justus de Heer, zijn grootvader.
Hij huwt met Adriana van Essen op 21 januari 1771 te Rotterdam.
De ondertrouw was op 3 januari 1771 te Rotterdam.
Zij is overleden op 14 december 1815 te Rotterdam.
etc.
|