Vissen aan de Hoefsteeg
Een vondst van bijzondere wandtegels
Jan van Dam en Bas van der Laan
Inleiding
Rond de jaarwisseling van 2005 en 2006 kon er op initiatief van de
bewoner, de heer van der Horst, een onderzoekje gedaan worden
aan de Hoefsteeg 8. Bij grondwerkzaamheden in zijn tuin had de
heer van der Horst een brede muur en een keldervloer aangetroffen
die wel eens een restant zou kunnen zijn van het voormalige
middeleeuwse Minderbroederklooster. Het was reden voor
gemeentearcheoloog Maarten Groenendijk om ter plaatse nader
onderzoek uit te laten voeren. Henk van Uunen, bijna altijd
beschikbaar als er op welke locaties dan ook gegraven moet
worden, kon enkele dagen onderzoek doen en verdiepen. Bij dit
onderzoek werd onder andere de bewuste muur blootgelegd en
een haardplaatsje. Ook de eerder aangetroffen keldervloer kon
gelokaliseerd en blootgelegd worden. De muurresten zullen nog
nader geïnterpreteerd moeten worden, maar de andere vondsten
zijn al aan een eerste inspectie onderworpen. Opvallend is hierbij de
grote hoeveelheid interessante wandtegels met zeewezens,
waarvan hieronder een bescheiden beschrijving volgt. Hoe zijn deze
vreemde wezens ontstaan en wat diende als voorbeeld voor de
afbeeldingen op tegels zoals die aan de Hoefsteeg gevonden
werden?
Rare vissen
De vondsten aan de Hoefsteeg bestaan voor een groot deel uit
wandtegels die in de voormalige kelder gestort zijn. Oorspronkelijk
zullen ze een deel van het huis of kelder gesierd hebben. Meest
bijzonder aan deze tegels zijn de afbeeldingen, bestaande uit een
serie van zeewezens, voor een deel bestaande uit gefantaseerde
dieren die onmogelijk ooit bestaan hebben. Soms zijn het
combinaties van vissen en andere dieren zoals een vissenlijf met
daarop een varkenskop (afb.1. ) of hertenkop (afb. 2.).
Zeemeerminnen met een knots (afb. 3 ) spreken ook tot de
verbeelding, mogelijk een manier om subtiel een zeeman te
verschalken?
Afb. 1. Tegel met 'zeevarken' Afb. 2. Tegel met 'zeehert'
Hoe kwamen deze afbeeldingen tot stand; zijn het hersenkronkels
van de een of andere kunstenaar of zijn het zeewezens die door
zeelieden in beschonken staat waargenomen zijn? Ook in oude
geschriften en boeken komen dergelijke zeewezens voor, onder
andere in een middeleeuws boek van Jacob van Maerlant
uitgegeven rond 1266, getiteld 'der naturen Blume'. Deze beeldt
bijvoorbeeld een zeehert af (afb. 4).
Ook andere auteurs/onderzoekers beeldden bizarre zeewezens af in
hun publicaties, waaraan toen in het geheel niet getwijfeld werd.
Afb. 3. Tegels met zeemeerminnen
Ene Guillaume Rondelet, die zich bezighield met het beschrijven van
waterdieren maakte bijvoorbeeld melding van de zeemonnik en de
zeebischop die hij ook afbeeldde.
Mythologie
De afbeeldingen van zeewezens zijn vaak terug te voeren op de
mythologie en hebben ook vaak een bijzondere symbolische
betekenis. Wat te denken van de gestrande potvissen, die in
vroegere eeuwen als een teken van rampspoed gezien werden en
direct in verband werden gebracht met God's toorn?
Hoe de vreemde zeewezens precies zijn ontstaan is niet met
zekerheid te zeggen, maar dat het afbeelden ervan teruggaat naar
de oudheid is wel zeker. De mensen in de oudheid kenden goden
voor land, zee en lucht en dachten dat de dieren die op het land
Afb. 4. Afbelding uit: Maerlant, 'der naturen Blume'
met o.a. een zeehert
leefden in werkelijkheid ook in zee te vinden waren, maar dan
uitgerust met vissenstaarten. In deze tijd verschenen daarom ook in
boeken en geschriften de meest bijzondere wezens als de centaur,
griffioen en de man-vis fabeldieren. In de Griekse kunst vinden we
diverse fabeldieren terug die ook op de wandtegels terug te vinden
zijn zoals zeeherten en zeeleeuwen. In de Romeinse tijd worden ook
zeemeerminnen en zeemeermannen veelvuldig afgebeeld.
In de Middeleeuwen zien we de zeefabeldieren ook weer terug in
geschriften en boeken, die vooral in kloosters in navolging van de
Griekse en Romeinse schrijvers afgebeeld en beschreven werden. In
de renaissance werd de studie pas werkelijk ter hand genomen en
uitgedragen in mooie verluchtigde boeken. De prenten in deze
boeken zullen hoogstwaarschijnlijk in de zeventiende eeuw gebruikt
zijn om als voorbeeld te dienen voor de decoratie van de
wandtegels die onder andere aan de Hoefsteeg gevonden werden.
Aangetoond is dit niet, want er zijn vooralsnog nauwelijks
voorbeelden bekend.
Dat er ook 'gewone' vissen afgebeeld werden op wandtegels is te
zien bij de vondsten aan de Hoefsteeg. Onder andere
onderscheiden we de zeerog (afb.5 ) en de vliegende vis (afb.6 ).
Afb. 5. Tegel met zeerog Afb. 6. Tegel met vliegende vis
Conclusie
De tegels aan de Hoefsteeg representeren een groep van
beschilderde tegels die de wand sierden van menig woonhuis in
Nederland. Ze dienden onder andere als een soort behangetje en
waren tevens bedoeld als een leerzaam kijkspel voor jong en oud.
Of men de betekenis kende van de vreemde fabeldieren moet
betwijfeld worden, maar dat ze tot de verbeelding spraken van de
jonge bewoners is wel zeer waarschijnlijk. De oorsprong van de
vreemde zeewezens is ons nu duidelijk geworden en is terug te
voeren tot de oudheid toen men verschillende goden kende voor
onder andere de zee. Voorbeelden van prenten met gelijke
zeewezens zijn ons niet bekend. Een eerste beschrijving van de
opgegraven wandtegels staat op papier. Een vervolg is inmiddels 'in
bewerking'.
Literatuur
Helmus, L. M., Stillevens van Hollandse en Vlaamse meesters 1550-
1700, Utrecht 2004
Lunsingh Scheurleer, D.F., Zeewezens op tegels, Lochem 1970
|